Nieuws
Damon Dinsdag 24 oktober
De relatie tussen religie en staat is altijd al gevoelig geweest. In zijn boeken beschrijft Wim Jurg de spannende periodes in de late oudheid, waarbij de uiteindelijke verdeling tussen islam en christendom tot in onze huidige tijd doorwerkt. Onderstaand fragment komt uit het voorwoord van De lange zevende eeuw, of hoe christendom en islam de macht verdeelden.
Tot en met 31 oktober ontvangt u nog €5 korting op dit boek en De vierde eeuw, of hoe het christendom staatsgodsdienst werd.
"In de vierde eeuw werd het christendom de staatsgodsdienst van het machtige Romeinse rijk. In de vijfde eeuw begon de westelijke helft van het rijk in elkaar te storten terwijl de oostelijke helft een krachtige en welvarende staat bleef, zo krachtig dat het later gebieden in het westen kon heroveren. De crisis in het oostelijke rijk kwam in de zevende eeuw. Het oostelijke Romeinse rijk overleefde, maar grote delen werden voortaan geregeerd door een islamitische kalief in plaats van door een christelijke keizer.
In De vierde eeuw of hoe het christendom staatsgodsdienst werd beschreef ik dat eerste proces, van de plotselinge keizerlijke erkenning van het eerder nog vervolgde christendom als een ook voor Romeinen geschikte godsdienst, via een aantal begunstigingen, tot uiteindelijk het verbod van alle andere godsdiensten in het Romeinse rijk met alleen nog een gedoogstatus voor de joodse godsdienst. In dit boek wil ik laten zien hoe in de zevende eeuw, met een afronding halverwege de achtste, de Romeinse wereld rond de Middellandse Zee uiteenviel in staten met óf een christelijke óf een islamitische staatsgodsdienst. Sommige van die staten waren sterk, andere zo zwak dat je bijna niet van een staat kunt spreken. Dat laatste gold voor een aantal christelijke koninkrijken in wat nu Europa heet, met allerlei consequenties voor de zich daar ontwikkelende verhouding tussen de kerk en de ‘staat’.
Ook in dit boek gaat het mij om de verhouding tussen staat en godsdienst. Ik wil niet zozeer vertellen hoe de godsdiensten ontstonden, christendom of islam, maar hoe ze politieke bescherming en macht kregen, of behielden, of verloren, met alle gevolgen voor zowel de staat als de godsdienst. Ik zal van de theologische debatten weer de hoofdlijnen schetsen, niet alle finesses. Waarmee ik niet wil zeggen dat de theologische finesses onbelangrijk waren. Sommige die tegenwoordig onbegrijpelijk kunnen lijken hadden toen enorme politieke betekenis, en dan komen ze uiteraard wel in dit verhaal terecht. Andere die van mij minder aandacht krijgen hadden absoluut betekenis binnen de godsdienst en voor de aanhangers ervan. Emoties over godsdienstige kwesties konden ook toen hoog oplopen. Of je nou zelf in goddelijkheid gelooft of niet, godsdienst is belangrijk, voor mensen individueel en voor menselijke maatschappijen. De grote en voor de mensen van toen volkomen onverwachte politiek-religieuze omwenteling in de vierde eeuw kreeg in de zevende eeuw een even onverwacht vervolg, en beide omwentelingen samen gaven de geschiedenis van uiteindelijk zelfs de wereld een nieuwe richting. De uitkomsten kunnen achteraf gezien vanzelfsprekend lijken, in de vierde of zevende eeuw kende niemand die nog. De geschiedenis wordt nu eenmaal gemaakt door mensen die soms heel goed door hebben wat ze aan het doen zijn en soms helemaal niet. Vaak proberen ze maar wat. Of ze denken dat ze het door hebben en worden dan toch totaal verrast."