040 - 304 60 58

Nieuws

Damon Dinsdag 30 mei

Vandaag in de Damon Dinsdag een fragment uit de uitgave  Filosofie met de vlinderslag, de daoïstische levenskunst van Zhuangzi van Woei-Lien Chong.

"De dood van Hundun

In dit verhaal laat Zhuangzi op een heel originele manier zien hoe het profane bewustzijn de gewoonte heeft om, overhaast en verblind door oogkleppen, af te stormen op wat het beschouwt als de objecten in de wereld, en er iets mee te doen wat volgens zijn eigen maatstaven “goed” of “nuttig” is. Het open midden, de mogelijkheidsruimte in en rondom de situatie, wordt bij al deze energieke daadkracht als het ware onder de voet gelopen.
     
Er zijn in deze parabel drie personages: de eerste twee zijn de goden Onbesuisd en Onbezonnen, en de derde is Hundun, de god van het lege midden, oftewel de open ruimte. Het midden blijkt een faciliterende openheid te zijn die niets anders doet dan neutraal en onpartijdig ruimte geven aan wat zich ook maar meldt. Het daoïsme ervaart deze open ruimte daarom als “dragend”, gastvrij en welwillend, in de zin van mogelijkheden open houdend. Het midden heeft in het Nederlands dezelfde functie; wij kunnen iets “in het midden laten”. Het midden is dus een zone waarin nog de zaak nog niet is beslist, en als het ware zwevend wordt gehouden in een ruimte van mogelijkheid. [...].
      In het dagelijks leven heeft het open midden steeds de neiging om zich te sluiten als het ego er onbesuisd en onbezonnen dwars doorheen jakkert, en holderdebolder op de dingen af­stormt om zijn eigen plannen en projecten te realiseren: de tussenruimte trekt zich dan terug en wordt ontoe­gankelijk, waarmee het mogelijk­heidskarakter van de situatie verdwijnt. Dit is wat Zhuangzi “de dood van Hundun” noemt. Hij beschrijft dit fenomeen in het volgende verhaal:

De god van de zuidelijke zeeën was “Onbesuisd”, de god van de noordelijke zeeën was “Onbezonnen”. De god van het centrum was Hundun. Onbesuisd en Onbezonnen ontmoetten elkaar vaak op Hundun’s gebied, en Hundun ontving hen zeer goed. Onbesuisd en Onbezonnen maakten een plan hoe ze Hundun voor zijn werkzaamheid konden belonen. Ze zeiden: “Ieder mens heeft zeven openingen om mee te zien, horen, eten en ademen. Hij alleen heeft er geen. Laten we proberen ze in hem te boren.” Iedere dag boorden ze er een. Op de zevende dag was Hundun dood.

Nu hadden Onbesuisd en Onbezonnen helemaal geen kwade bedoelingen, integendeel, ze wilden juist een goede daad verrichten. Het probleem is, dat ze daarbij hun eigen normen- en waardensysteem voor absoluut hielden. En handelen dat voortkomt uit een dergelijk versmald bewust­zijn veroorzaakt schade, zelfs, of juist, als men enthousiast het goede wil doen. Handelen vanuit een kokervisie doodt de tussenruimte, het open midden dat de mogelijkheids­voor­waarde is voor ontmoeten, leren, luisteren, invoelen en jezelf corrigeren."