Nieuws
Damon Dinsdag 19 september
Vanwege het verschijnen van Thomas Merton, De mens achter de monnik deze week in de Damon Dinsdag een fragment uit Thomas Merton, Zaden van contemplatie.
“Contemplatie is de hoogste uitdrukkingsvorm van het intellectuele en spirituele leven van de mens. Het is het leven zelf, volledig alert, volledig actief en zich er volledig van bewust dat het springlevend is. Het is spirituele verwondering. Het is spontaan ontzag voor de heiligheid van het leven, van het zijn. Het is dankbaarheid om te mogen leven, te ervaren en te zijn. Het is de heldere bewustwording van het feit dat ons leven en ons zijn voortkomt uit een onzichtbare, transcendente en oneindig overvloeiende bron. Contemplatie is boven alles gewaarwording van de realiteit van deze bron. Contemplatie kent de verborgen en onuitsprekelijke bron met een zekerheid die verder gaat dan het verstandelijk denken en verder dan eenvoudig geloven. Want contemplatie is een soort spiritueel inzicht waarnaar zowel rede als geloof van nature streven, maar zonder contemplatie blijven deze altijd onvolledig. Contemplatie is anderzijds geen inzicht omdat er wordt gezien “zonder zien” en geweten “zonder weten”. Het is een dieper vertrouwen, een weten te diep dan dat het in beelden gevangen kan worden, of in woorden, laat staan in duidelijke begrippen. Het kan worden gesuggereerd door woorden en symbolen, maar op het moment dat er een poging gewaagd wordt aan te duiden wat er geweten wordt, neemt de contemplatieve geest terug wat hij heeft gezegd en ontkent wat hij heeft bevestigd. Want in contemplatie weten we door “niet te weten”. Of liever nog, we weten voorbij al het weten of “niet weten”.
Poëzie, muziek en kunst hebben wel iets gemeen met de contemplatieve ervaring, maar contemplatie gaat verder dan esthetische intuïtie, kunst en poëzie. Ze gaat ook verder dan filosofie en speculatieve theologie. Ze vat deze allemaal samen en overstijgt en vervult ze, maar tegelijkertijd lijkt het wel alsof ze hun plaats inneemt en ze allemaal ontkent. Contemplatie bevindt zich altijd voorbij ons weten, ons eigen zicht, voorbij systemen, verklaringen, verhandelingen en dialoog en voorbij ons eigen zelf. Om binnen te gaan in het rijk van de contemplatie moet men in zekere zin sterven, maar deze dood is in feite het binnengaan in een hogere vorm van leven. Het is een dood omwille van het leven dat alles achter zich laat wat we kunnen weten of koesteren als leven, als gedachten, als ervaring, als vreugde, als bestaan.
En zo schijnt contemplatie iedere vorm van intuïtie en ervaring te vervangen en te verwerpen, of het nu gaat om kunst, filosofie, theologie, liturgie of de gewone niveaus van liefde en van geloof. Deze afwijzing is natuurlijk alleen maar schijnbaar. Contemplatie moet overeenstemmen met al deze dingen, want ze is er de hoogste vervulling van. Op het moment van de werkelijke ervaring van het schouwen gaan echter alle andere ervaringen verloren. Ze “sterven” om opnieuw geboren te worden op een hoger niveau van leven.”